Protocol Vertrouwenscontactpersoon

Inleiding

Sallandsche Golfclub “de Hoek”, hierna SGC “de Hoek” staat voor een veilige en prettige sportomgeving. Leden en gasten gaan bij onze club respectvol met elkaar om. Toch kan er sprake zijn van ongewenste omgangsvormen. Wat voor de één nog net kan, kan voor een ander als onprettig of ontoelaatbaar zijn. Het hoeft niet altijd seksueel getint te zijn, ook plagen, ongepaste grapjes of intimideren vallen onder ongewenst gedrag.

In ons huishoudelijk reglement bij artikel 6 wordt verwezen naar het NGF tuchtreglement met een verwijzing naar een vertrouwenspersoon bij de NGF. De ALV van 13 november 2019 heeft dit reglement van toepassing verklaard. Zie voor meer informatie het NGF tuchtreglement, maar ook het Centrum veilige sport Nederland van de NOC*NSF.

SGC “de Hoek” wil een golfclub zijn waar leden en gasten zich veilig en vertrouwd voelen en bij ongewenste omgangsvormen contact kunnen opnemen met een vertrouwenspersoon binnen de vereniging. Op onze website stelt de vertrouwensontactcperso(o)n(en) zich aan u voor.

De vertrouwenscontactpersoon draagt zorg voor de eerste opvang van betrokkenen (slachtoffers, ouders van minderjarige slachtoffers, beschuldigde, bestuur en eventueel de bond) bij een incident binnen de vereniging.

In dit Protocol wordt gesproken over “vertrouwenscontactpersoon”, hiermee kan ook meervoud bedoeld worden indien SGC “de Hoek” beschikt over meerdere contactpersonen.

Wat doet een vertrouwenscontactpersoon?

De vertrouwenscontactpersoon is het eerste aanspreekpunt en heeft de volgende taken:

  1. Luisteren naar je verhaal en te adviseren en begeleiden met betrekking tot de procedure aangaande het indienen van klachten ten aanzien van ongewenste omgangsvormen.
  2. Zorgt voor vertrouwelijke behandeling van alle informatie.
  3. Is bereikbaar voor mensen die zelf slachtoffer zijn, maar ook voor mensen die een vermoeden hebben, een melding of klacht ontvangen van een vermoedelijke slachtoffer.
  4. Probeert de meest wenselijke en haalbare oplossing te vinden. Zo nodig door als bemiddelaar op te treden of door er één in te schakelen, of door te verwijzen naar een externe instantie: dit alles uitsluitend met instemming van de betrokkene.
  5. Adviseert gevraagd en ongevraagd het bestuur van SGC “de Hoek” ten aanzien van het beleid op het terrein van ongewenst gedrag en het voorkomen hiervan.
  6. Is verantwoording schuldig aan de bestuursvoorzitter of een aan te wijzen bestuurslid. Tenminste 1 keer per jaar rapporteert de vertrouwenscontactpersoon aan de bestuursvoorzitter of een aan te wijzen bestuurslid over de geanonimiseerde klachten die hem hebben bereikt.

Gedragscode vertrouwelijkheid

De vertrouwenscontactpersoon gaat een vertrouwensrelatie aan met het slachtoffer of andere personen die een beroep op hem/haar doet of tot wie hij/zij zich richt. Daarom belooft de vertrouwenscontactpersoon alle betrokkenen geheimhouding van hetgeen bij de uitoefening van de functie als vertrouwenscontactpersoon ter kennis komt door:

  1. Documentatie en archivering in overeenstemming met het vertrouwelijke karakter vast te leggen. Dit geldt ook voor aantekeningen die door de vertrouwenscontactpersoon wordt gemaakt.
  2. Aan het slachtoffer e/o andere betrokken personen schriftelijk toestemming te vragen voor het doorbreken van de belofte tot geheimhouding bij zeer dringende redenen genoemd onder punt 3d.
  3. Bij het ontbreken van schriftelijke toestemming van het slachtoffer e/o andere betrokken personen om informatie aan derden te vertrekken te voldoen aan volgende voorwaarden:
      • Aan te tonen dat alles in het werk is gesteld de toestemming van de betrokken persoon te verkrijgen.
      • De vertrouwenscontactpersoon in gewetensnood verkeert door het handhaven van de geheimhouding.
      • Er geen andere weg is dan doorbreking van de geheimhouding om het probleem op te lossen.
      • Het vrijwel zeker is dat het niet doorbreken van de geheimhouding voor de betrokkenen of voor derden aanwijsbare en ernstige schade en/of gevaar zal opleveren.
      • De vertrouwenscontactpersoon er vrijwel zeker van is dat de doorbreking van de geheimhouding de schade aan betrokkenen of anderen in belangrijke mate zal voorkomen of beperken.
      • Vanwege de Nederlandse wetgeving die in bepaalde gevallen de vertrouwenscontactpersoon en het bestuur van SGC “de Hoek” verplicht de vertrouwelijkheid te doorbreken.

 

  1. Indien een dergelijke situatie zich voordoet, zal de vertrouwenscontactpersoon de reden om de geheimhouding te doorbreken met een ter zake kundige partij bespreken alvorens de geheimhouding te doorbreken waarbij:
      • Het slachtoffer e/o betrokken personen op de hoogte worden gebracht van het voornemen de geheimhouding te doorbreken, alvorens dit werkelijk te doen.
      • De vertrouwenscontactpersoon betrokkenen onverwijld naar een andere vertrouwenscontactpersoon en/of instantie verwijst indien het doorbreken van de geheimhouding dit noodzakelijk maakt.

Omschrijving ongewenste omgangsvormen

Bij ongewenste omgangsvormen wordt het slachtoffer sociale, psychische en/of fysieke schade toegebracht en wordt dit maatschappelijk en objectief gezien als ongepast, hinderlijk, kwetsend of bedreigend ervaren. Er kan hierbij worden gedacht aan:

  1. Seksuele intimidatie, ongewenste seksuele toenadering en of verzoeken om seksuele gunsten, of ander verbaal en non-verbaal of fysiek gedrag gericht op ongewenste seksuele omgang.
  2. Pesterij: daarbij moet onder meer gedacht worden aan het doelbewust verwijtbaar verwijzen naar (verschillen in) geslacht, seksuele geaardheid, levens- of geloofsovertuiging, nationaliteit, etnische oorsprong of andere gegeven aspecten van het uiterlijk of de persoon.
  3. Roddel: het al dan niet expliciet in een kwaad daglicht plaatsen van personen door: Het bekend maken van met opzet niet algemeen gedeelde kennis over persoon, (privé)leven of verleden van de betrokkene. Het verspreiden van onwaarheden over persoon, (privé) leven of verleden van de betrokkene of het voeden van geruchten. Het bewust ten onrechte uiten van beschuldigen aan het adres van betrokkene, inzake laakbare daden of gedrag.
  4. Bedreiging: het expliciet of impliciet verwijzen naar enig machtsmiddel met het oogmerk om de klager te bewegen tot (het afzien van), bepaalde acties, of meer in het algemeen om de klager het normaal functioneren onmogelijk te maken.
  5. Discriminatie: het in het openbaar opzettelijk iemand of bevolkingsgroepen in een hokje plaatsen vanwege afkomst, seksuele geaardheid of andere verschillen tussen mensen.

Deze hiervoor beschreven gedragingen onder 1 t/m 5 kunnen ook geuit worden op social media.

Werkwijze bij een klacht/melding

De vertrouwenscontactpersoon is rechtstreeks te benaderen. Is deze stap te groot, neem dan contact op met de secretaris en de secretaris brengt het slachtoffer in contact met de vertrouwenscontactpersoon.

De vertrouwenscontactpersoon zal proberen door verwijzing, bemiddeling of advisering een oplossing te bewerkstelligen voor de gemelde klacht.

  1. Verwijzing: Het kan zijn dat een andere klachtenregeling zoals bijvoorbeeld gehanteerd door het NOC*NSF meer geschikt is voor de behandeling van de melding/klacht. In dat geval zal de vertrouwenscontactpersoon dit met de betrokkene bespreken en hem/haar doorverwijzen.
  2. Bemiddeling: De vertrouwenscontactpersoon streeft ernaar de problemen uit de wereld te helpen door bemiddeling. Door bijvoorbeeld een gesprek tussen het slachtoffer en de beschuldigde. Als de betrokkene daarmee akkoord gaat, neemt de vertrouwenscontactpersoon contact op met de beschuldigde. Soms kunnen de problemen tussen de betrokkenen opgelost worden in één of meerdere gesprekken onder leiding van de vertrouwenscontactpersoon. Soms kan de oplossing gevonden worden in een gesprek tussen de vertrouwenscontactpersoon en de beschuldigde. Dit alles gebeurt alleen met instemming van het slachtoffer en de beschuldigde.
  3. Advisering: Het is ook mogelijk dat de vertrouwenscontactpersoon één of meer gesprekken met de betrokkene voert, waardoor diegene mogelijkheden ziet om zelf tot een oplossing van het probleem te komen.
  4. Preventie: De vertrouwenscontactpersoon heeft een taak in de preventie van ongewenst gedrag.
  5. Ondersteuning: De vertrouwenscontactpersoon van kan zelf terugvallen op het overkoepelend beleid en ondersteuning die geboden wordt door bijvoorbeeld het NOC*NSF.

In het geval van het vermoeden van strafbare zaken wordt er geadviseerd aangifte bij de politie te doen. Bij kinderen onder de 12 jaar kan het nodig zijn, al dan niet met instemming van het slachtoffer (zie 4.3) contact op te nemen met de ouders en/of wettelijke vertegenwoordigers en de politie.

Voorop staat dat de hele vereniging een verantwoordelijkheid heeft in het naleven van gedragsnormen. Bewustwording daartoe kan worden vergroot middels themabijeenkomsten, risico-inventarisatie, artikel op de website. Foldermateriaal van NOC*NSF beschikbaar stellen en het bestuur van advies voorzien inzake ongewenst gedrag en de preventie hierin.